vrijdag 27 september 2013

Zijn PostNL-medewerkers echt zo chagrijnig als ze eruit zien?

Spoiler-alert: JA, dat zijn ze echt.

Het is weer bijna zover. Over een paar maanden komt weer die tijd dat we brieven gaan sturen (Kerst, anyone?). Persoonlijk heb ik daar erge zin in maar vorig jaar kwam ik erachter dat onze vriendelijke medewerkers van PostNL niet zo blij waren in die tijden van welvaart.

Toen ik afgelopen december een boek op de post ging doen was ik in een opperbeste stemming. Ik zou vijf euro verdienen! Verkocht via Marktplaats. Mijn blije gezicht en ik liepen naar de Bruna met onder mijn arm: Harry Potter en de Steen der Wijzen. Ergens was nog een sterveling (of zeg ik Dreuzel?) die het boek nog niet had gelezen. Graag geef ik mensen een kans om die inhaalslag te maken.

Eenmaal aangekomen vond ik de balie niet. Toch wel heel gek; een fel oranje balie die verstopt is op 50 vierkante meter. Een typisch gevalletje van; door de boeken de kast niet meer zien. Dit zou mogelijk een reden kunnen zijn voor de chagrijn in de PostNL medewerker. Ik liep langs de Bestsellers, chicklits, kinderboeken, zelfhulpboeken, ramsj en kwam vervolgens aan bij de balie. Het duurde even voordat ik aan de beurt was want een vrouw besloot al haar vijf Zalando-dozen weer terug te sturen en kwam erachter dat ze daar zelf voor moest "dokken".
Eenmaal vooraan, kreeg ik een paniek-aanval-light. Mijn boek past niet door de brievenbus? Dus, mijn envelop met 3 postzegels (á 50 cent per stuk) zijn nu ongeldig verklaard en ik moet een pakketje kopen en laten verzegelen voor 3 euro?
Met een hele rij 40+ers achter me zakte me de moed flink in de schoenen. Gelukkig duurde het niet heel lang voor dat ik op een (geniaal, al zeg ik het zelf) idee kwam. Het is gewoon een kwestie van het boek openslaan; dan halveer je de maten in de hoogte en past het wel. Gelukkig had ik de envelop nog niet dicht gelikt (hier moet een oplossing voor verzonnen worden), dus was er nog een weg terug. Met een grijns op mijn gezicht deed ik mijn trucje en zag ik de PostNL-medewerker steeds meer fronsen. En zo zal dat wel elke dag gaan stel ik me voor. Mensen die de medewerkers te slim af zijn. Zegt dit iets over ons, of de medewerkers?

Redenen voor chronische depressie bij PostNL-medewerkers:
- Je concurreert meestal met een andere balie (die van de Bruna)
- Je ziet gillende Zalando-meisjes.
- Niet veel mensen versturen nog brieven (jammer, maar het is ook duur ]: ).
- Ze zitten weggemoffeld in een hoekje.
- De oranje balie.

Ik gaf eens 50 cent aan een zwerver.

Dat was vandaag, eigenlijk. Hij bedankte en wenste mij nog een prettige avond. Een alleraardigste kerel hoor, die zwerver. Ik ga hem vanaf nu elke keer wat kleingeld geven.

- Deze post wilde ik voor de zomer nog plaatsen, maar ik was het vergeten. Nee wacht, niet ik > maar mijn brein. Inmiddels heb ik deze beste man niet meer gezien bij de Albert Heijn supermarkt waar mijn vriendin en ik altijd boodschappen doen.

Dus stel je voor,

Misschien vond hij wel een loterijlot met een oranje vis erop en dacht hij; "Hey, wat geinig; een visje". Vervolgens loopt hij langs de Primera en buiten staat dan een bord met de gewonnen loten.
Zo makkelijk kan dat gaan.

Ik zag hem ook een keer in de bus zitten; klein beetje awkward. "Zo, dus jij hebt ook gewoon geld voor de bus." hoorde ik mezelf bijna denken. Maar net niet, want ik ben op de relativeer-toer. Maar toch, vergis je niet; tegenwoordig betaal je de hoofdprijs om je per bus te laten vervoeren. Bijna net zoveel als een 1/8 loterijlot.

Moraal van het verhaal: Buschauffeurs zijn tolerant.

vrijdag 20 september 2013

Vandaag kroop er een worm uit een koekje, en dat was vies.

Vies, maar wel fascinerend om te zien zo; een worm in een koekje.
ik herhaal; EEN WORM IN EEN KOEKJE.

Dus stel je voor; het is kwart over tien in de ochtend en dat zou betekenen "pauze". Je pakt nietsvermoedend je koekje en fles water uit je Eastpak-tas (want zo gaat dat) en je sjokt naar de dichtstbijzijnde tafel. Onverschillig scheur je de verpakking eraf en neem je een eerste hap. Herkenning, teleurstelling, alle losgekomen emoties mengen zich bij de smaak van jouw koekje. Dat je immers elke dag eet om kwart over tien. 
Maar! Vandaag is het anders. Vandaag ga je iets meemaken. Je kijkt al kauwend naar het bekende vierkante koekje en wenste dat het een luxebroodje was. Dat kan helaas niet, dus is het nog steeds je koekje waarvan er twee in een pak zitten. Zonder enig besef is je eerste koek op, en grijp je de tweede uit de lelijk vormgegeven verpakking. Net wanneer je weer een hap wil nemen gebeurt het ongelooflijke. Je kijkt neer op je koek en ziet het. In al zijn glorie beweegt het zich voort over jouw koek. Een worm.

Dit moment speelt zich af in slow-motion.
Je ziet de worm, draait je hoofd naar links, naar rechts en dan weer terug naar de worm. Ja, het is echt. Je spert je mond open alsof je bij de tandarts ligt en laat je stembanden zijn werk doen.



Zo ongeveer het spannendste wat ik vandaag heb meegemaakt.

woensdag 20 februari 2013

de kassiere bij Christine Le Duc leest 50 Tinten Grijs.

Hoe ik dat weet? Ik kwam er langs en ik keek ernaar. Het was een van de leukste dingen die ik meemaakte vandaag, in deze dag vol leuke dingen. Die "leuke" dingen vallen trouwens wel mee, het was een beetje sarcasme dat uit de hand kroop. (een zelfbedachte uitdrukking)

Maar, wat was er dan wel leuk vandaag?
Nou...

  • De zon scheen!
  • Meditatie-les.
  • Huiswerk is af.
  • Ik had een lekkere banaan mee.
Als je dit lijstje zo bekijkt, zou je haast denken dat ik een levensgenieter ben. Iemand die van kleine momenten blij wordt, en in elkaar gedoken zit te giechelen terwijl ze een koekje eet met chocoladespikkels. Pure chocoladepspikkels wel, want die zijn veganistisch. 

En als je dan zo van die kleine momentjes "geniet", kun je er dan ook van walgen? Jazekerwel, luidt mijn antwoord. Zojuist schoof ik een heel ontbijtbord vol natte, bruine rijst (gedrenkt in vocht en een halve fles loempia-saus) naar binnen en noemde ik dat 'avondeten'. Het gevoel dat het mij gaf, had iets weg van teleurstelling en smakeloosheid. Teleurstelling omdat de rijst te nat was om de loempia-saus goed op te nemen en smakeloosheid door de eerst genoemde reden. 

Al met al, een intiem moment van bittere tijden.

Maar, even terug naar de kassajuffrouw van de CLD. Ze verdient een beetje aandacht namelijk. Ze zit daar toch maar; voor het raam.. met de rode lampen aan... helemaal verdiept in haar lesstof..

Helaas moet ik jullie teleurstellen. Er gebeurde helemaal niks. Want, wie het lef heeft daar naar binnen te gaan die verdient een pluim. Dus, bij gebrek aan spannende CLD-saga, een ander fijn bedtijd-verhaaltje dat je doet kroelen en spinnen van warmte onder je wollen dekentje.

Er was eens een onhandig meisje dat uit de bocht vloog op haar sokken en tegen de deurpost viel. Alsof dat nog niet genoeg was, stootte ze vervolgens haar teen tegen de tafel.

The end.








zaterdag 24 november 2012

Drie voor een euro.

Normaal ben ik een beetje mensenschuw. Een beetje. In ieder geval wel als ik 'op pad' ben en een missie heb. Winkelen is daar een goed voorbeeld van.

Zo was ik gisteren met mijn vriendin, op een koopavond, op zoek naar een cadeau voor een jarige vriendin. En iedereen weet wat voor immense drukte een koopavond met zich mee brengt, vooral in December. Dan wordt de Sinterklaas-merchandise in de schappen verdrukt door die van de Kerstman (verkoopt beter), en vind je op elke toonbank een bak met pepernoten (waar menig man in heeft zitten graaien met handen die naar geld stinken). Maar, dat weerhield mij er niet van om een pepernootje (of vier) te pakken.

Struinend langs de schappen en bakken met producten, op zoek naar iets anders dan badschuim en douchegel, zag ik een oud, gerimpeld vrouwtje. Ze had grijs gevlochten haar dat in een lange staart over haar smoezelige jas hing. Ze praatte in zichzelf in een (voor ons) onbekende taal, en tastte in haar zakken. Het vrouwtje haalde er een paar muntstukken uit, en keek naar de tandenborstels die ze in haar andere hand hield. Ze draaide zich om naar de winkelde mensen, en fronste haar wenkbrauwen. Totdat ze ons zag staan. Naast haar. "Sowwy, sowwwy, kunne juwwie mij vetellen wat eh staat? Daah!" En ze wees met de tandenborstels naar het prijsbordje van het setje van drie. "Een euro voor drie tandenborstels, mevrouw", probeerde ik haar uit te leggen in de hoop dat ze me zou verstaan.
"Drie voh een?" herhaalde het vrouwtje.
"Ja, drie voor een.", zei mijn vriendin ter bevestiging.
Het onbekende vrouwtje twijfelde, en keek nog eens naar het setje wat ze in haar handen had. Een euro voor drie tandenborstels is natuurlijk geen geld, maar dit vrouwtje zag er niet uit alsof ze de loterij had gewonnen. We stonden in een Deense winkel, waar alles goedkoop werd verkocht. De Deense manier van zaken doen was heel eerlijk, open en milieubewust. Deze winkelketen maakte een selectie uit de aangeboden artikelen, en koos hun zakenpartners heel gericht. Dit wist ik, omdat ik een daar een maand van te voren een gruwelijk sollicitatiegesprek heb gehad voor de functie 'Weekendhulp', en mijn huiswerk destijds goed had gedaan. Het gesprek zelf verliep nogal stroef, binnen vijf minuten waren we al klaar met het gebruikelijke praatje (En wat denk je dat je werkzaamheden hier zullen zijn? Wat verwacht je van dit baantje?) Door het vragenvuur dat op me losgelaten werd, was ik al mijn vragen die ik achteraf wilde stellen, als blijk van interesse, vergeten. Blijkbaar zagen de manager en zijn onderdaantje (dat het hele gesprek naast hem zat, en mij zat aan te gapen) niks in mij. Ik ben nu nog steeds werkeloos.
"Okkee, dankewell! En kunn juwwie mij nog eef helppe?", vervolgde het vrouwtje. Uit de jaszak met de muntjes haalde ze nu een bierdopje tevoorschijn. Het groene dopje zag er oud uit, en stonk een beetje. Naar bier uiteraard. "Wa staa hie? Kunn juwwie mij da vewtelle?" vroeg het vrouwtje weer.
"Er staat Heineken, mevrouw" zei mijn vriendin.
"Heiwneke" herhaalde ze.
We vroegen ons beide af wat een buitenlands vrouwtje dat amper Nederlands kan met een oud bierdopje van Heineken deed, maar we waren blij dat wij haar konden helpen. "Okke, danke. Jah, k krijg besoek morgavon van mefrou. Zij lus gen tee of koff. Ze wil graa Heiwneke" Zei het vrouwtje tegen ons, terwijl ze langzaam verder begon te lopen langs de schappen.
"Oh, tis musiek voor mn soon! riep ze ineens. "Bob Marley hè, is mooi.." zei ze met een glimlach tegen ons, toen ze hoorde wat voor muziek er draaide in de winkel.
Voor mij was dit het mooiste moment van de avond; een oud vrouwtje dat hier in Nederland niets kan lezen, en amper iets begrijpt van wat ze ziet en hoort, herkent Bob Marley in een winkel en spreekt het foutloos uit. Oké, dat ze het foutloos uitspreekt is logisch, het is een naam. Maar het is misschien meer 'de connectie'. Iedereen luistert muziek, het is overal. En, al waren mijn vriendin en ik het totaal tegenovergestelde van het vrouwtje dat we tegenkwamen, toch hádden we een connectie; muziek!

Het oude vrouwtje zei dat ze geen vragen meer had, en dus wenste ze ons nog een faine afond. Met de tandenborstels in haar handen liep ze naar de kassa, terwijl wij onze jacht op cadeautjes vervolgden.








donderdag 22 november 2012

Geel gekleure filmtitels en seksuele verdachten.


Een blog bijhouden is voor mij heel lastig, laat staan twee blogs. Enfin, men moet iets hebben om naar te streven.

Schrijven is leuk. “Wie schrijft, die blijft”. Daar ben ik het mee eens. Geïnspireerd door John Irving, ben ik aan de slag gegaan. Ik heb het boek ‘In een mens’ nog niet uit, maar ik ben al over de helft. Wat mij aanspreekt is zijn manier van vertellen. Hij gaat van moment naar moment, zonder dat je in de war raakt of dat je het soms ook maar doorhebt. Dat vind ik heel goed. Hij schrijft met alles erop en eraan. Zijn personages zijn zo levensecht, zo goed doordacht, die vergeet je nooit meer. Elke keer als ik een bibliothecaresse met brede schouders zie, denk ik aan Miss Frost.
Nee, dat kan ik eigenlijk nog niet bevestigen. De laatste keer dat ik in bibliotheek was, was toen ik dit boek ging ophalen en nog nooit had gehoord van de transseksuele bibliothecaresse uit First Sister, Vermont.

Hoe je het ook wendt of keert, ik wil ook zo goed worden als John. Of zo goed als Wes Anderson, dat misschien nog liever. Moonrise Kingdom is echt een goede film. Gisteren was ik samen met mijn vriendin naar een vertoning geweest op de campus, met daarvoor een korte inleiding over Anderson zelf. Super interessant!

Of Moonrise Kingdom beter is dan The Darjeeling Limited, weet ik nog niet. Op het eerste gezicht niet direct, maar ik moet toch één film de kans geven om Darjeeling te laten overtreffen? Wat ik wel weet is dat hij mijn favoriete regisseur is, en als er later een eerbetoon-documentaire moet worden gemaakt, ik daar de geschikte persoon voor ben. Vind ik zelf dan. Waarschijnlijk hebben sommigen daar een ander idee over.
In ieder geval. Ik ga deze blog vullen met ‘schrijfsels’, vragen aan mezelf, ‘gedachtes (oeh, lekker vaag) en al het andere wat er in mijn leven speelt. Deze blog wordt mijn kindje. 
Net zo als de geel gekleurde filmtitels van Wes, en de seksuele verdachten bij John.